28 oktober 2021

Een bezoek aan een lesje 'generiek'

Door C. (Carla) van Hengel

Over alles wat je leert bij het onderdeel generiek tijdens de lerarenopleiding voortgezet onderwijs.

Pauze

“Voor mij geen koffie meer”, lacht studieleider en docent generiek Jaap Boogaard (44) vanachter zijn warme chocomelk. “Vanaf nu zijn de studenten zelf aan zet.” Het is dinsdagavond en de klok van de docentenkamer geeft 20.15 uur aan als ik m’n jas ophang. Pauze voor Jaap Boogaard. Hij heeft er al drie uur collegegeven opzitten en mag nog door tot ongeveer 22.00 uur. Boogaard geeft vanavond les aan een groep tweedejaars deeltijdstudenten. En omdat ik, als vakdocent, graag kennis wil maken met het studieprogramma generiek, ben ik vanavond een uurtje welkom in Jaap Boogaards lokaal.

Nog een flinke slok, een kort overleg met collega-docent Wim Liefting en dan gezamenlijk via trappenhuis ‘Zomer’ naar de tweede verdieping. Een aantal studenten staat al te wachten en neemt meteen plaats aan de tafels die in groepjes staan opgesteld. Op de PowerPoint voorin staat met grote letters ‘Relatie en gezag’. Als ik mijn laptop openklap op een verdwaald tafeltje achterin, roept een van de studenten spontaan: “Hier hebben we nog een plaatsje vrij, hoor. Welkom!” 

Het puberbrein

“Jullie kennen het allemaal inmiddels wel: je geeft huiswerk op, maar een paar leerlingen hebben het niet gemaakt. Dan volgen er natuurlijk honderd redenen”, begint Boogaard. Instemmend gemompel. “We noemen dat ‘handelingscontroleproblematiek’.” Hij heeft ieders aandacht als hij de theorie toelicht die studenten hebben doorgenomen uit een dikke pil. How the brains work lees ik op de kaft. 

Overdag staan alle vijftien deeltijders die hij voor zich heeft, al voor de klas, en daarom sluit de kennis over didactiek en pedagogiek - de pijlers uit het generieke programma - meteen aan bij hun ervaring. Bij de groep duale studenten is dat proces iets anders, vertelt Boogaard. Die studenten lopen stage en doen opdrachten; dat traject heet Opleiden in de School (OidS). 

Na de uitleg, die Boogaard ondersteunt met een filmpje en interactie, krijgt de groep een opdracht. “Ik ga jullie nu heel duidelijk vertellen wat ik van je verwacht tijdens deze opdracht. Ik wil namelijk graag dat jullie samen de rollen verdelen in je groep en dat je over tien minuten een presentator hebt aangewezen die vertelt wat jullie gezamenlijke opbrengst is bij deze opdracht. Onthoud, dat is voor jullie zelf ook belangrijk als je je leerlingen een opdracht geeft: je verwachtingen stevig uitspreken.” Typisch voor generiek, zo blijkt: er wordt niet alleen verteld hoe je les moet geven maar dat wordt ook getoond. 

Orde graag!

In groepjes buigen de studenten zich over de opdracht. Ze moeten een lesopbouw bedenken voor een nieuwe klas waarbij orde een belangrijk element is. De meningen lopen algauw uiteen: “Meteen laten weten wie de baas is. Eerst de regels helder.” “Nee joh, regels opdragen zonder relatie: dat vind ik zo onwaarschijnlijk dom. Eerst contact, zeg ik altijd.” “Ik zou juist beginnen met welkom heten, dat mag best met een grapje en een dolletje en dán pas starten met een activiteit.” 

Bij zo’n opdracht worden de verschillen in ervaringen tussen studenten al snel zichtbaar, stelt Boogaard. De achtergronden lopen dan ook flink uiteen: sommigen geven les in het mbo, anderen in het voortgezet onderwijs. Sommigen zijn werkzaam op een openbare school, anderen op een reformatorisch-christelijke school. De een volgt de opleiding tot docent wiskunde, anderen tot docent geschiedenis, godsdienst, Nederlands, Duits, Engels of economie. De een heeft al jaren in een andere branche gewerkt, de ander start zijn arbeidsloopbaan direct met het docentschap. Bij generiek komt die ervaring bij elkaar, net als in de personeelskamers van de scholen. Studenten leren van elkaar.  

“Nog twee minuten”, informeert Boogaard de groepjes. Langzaamaan ontstaat er consensus. Maar niet overal, zo blijkt bij het plenaire deel. “Wij houden de presentatie samen, want we zijn het niet helemaal eens.” De lesopbouw die de groepjes presenteren, verschillen onderling sterk. Boogaard complimenteert de presentatoren en geeft aandachtspunten mee: “Nu grijp ik eigenlijk vooruit op het college van volgende week, want zonder contact, zonder fijngevoeligheid voor de klas of de leerling, kun je niets met je vak.” Boogaards visie is uitgesproken: de vormende en vakinhoudelijke component zijn nauw met elkaar verweven en vragen om een stevige pedagogisch-didactische aanpak.

Intrinsieke motivatie

Inmiddels is het 21.00 uur. Eén student wrijft in z’n ogen. De docent ziet het. “We gaan vlug naar het volgende onderdeel; er worden er slaperig.” De betreffende student verontschuldigt zich snel: ”Ik heb de hele dag al voor de klas gestaan.” Expert Ivo Dokman verschijnt op het scherm en houdt een boeiend relaas over groepsvorming. Ook dit onderwerp kan rekenen op interesse. “Heeft hij ook iets geschreven?”, “Hoe heet dat boek?” en “Is hij ook in te huren?” 

Ik vraag me af of deze stof op een tentamen wordt bevraagd, maar nee: ik proef hier intrinsieke motivatie. De 24 studiepunten die per jaar ongeveer voor generiek staan, worden vooral behaald met opdrachten. Althans: het zijn 24 punten bij een volledig studieprogramma. Veel studenten volgen juist een flexibel programma, licht Boogaard toe. “Als je voor deze studie bijvoorbeeld de pabo hebt gedaan, dan hoef je van generiek niet alles te volgen. Bij eerder verworven kwalificaties verstrekken we dus vrijstellingen.”

Mooiste beroep

Als ik zachtjes mijn spullen pak, verdiepen de studenten zich verder in groepsvorming. “Je groep zien, contact maken, weten wie welke rol in de klas heeft: het is allemaal van belang voor het docentschap.” Boogaard neemt er de tijd voor. “Dit is de kern”, betoogt hij, “Contact, contact, contact. Sensitiviteit voor wat een groep of persoon nodig heeft. En dát is waar generiek eigenlijk omdraait. Alle thema’s die aan de orde komen - de reflectie op je eigen denken, op je rol van docent, wat je doet en hoe je praktisch handelt – hebben daarmee te maken. Zo kun je als gids naast je studenten lopen op een stukje van hun levensweg en hen wijzen op een hoopvolle toekomst. Er is toch geen mooier beroep?” 

Ook meekijken bij de colleges generiek of juist bij het vakdeel? Bij Driestar hogeschool volg je op dinsdag het programma generiek en op donderdagavond de vakcolleges. Je bent van harte welkom tijdens de open collegedagen of meld je aan om een keer te komen proefstuderen!

C. (Carla) van Hengel

Over C. (Carla) van Hengel

Carla is docent aan de lerarenopleiding Nederlands bij Driestar hogeschool

Proefstuderen

Wil jij kennismaken met deze opleiding? Meld je aan voor proefstuderen. En ervaar hoe het is om als student een college bij te wonen.

Meer info & aanmelden