2 december 2021

'Alles af en altijd orde. Dat wil ik'

Door Hennely Gijsenbergh

Geïrriteerd draai ik mij om. ‘Ik wil nu dat je stopt met dat geluid. Het stoort me.’ Al een aantal keer hield ik mijn stem een paar seconden stil. Misschien stopt Mart dan met dat gelach. Ondertussen kijk ik om mij heen. Begrijpt iedereen wat ik vertel? Doe ik het wel goed? Weer hoor ik Mart. Ik kijk hem aan. Waarom stopt hij niet gewoon? Voor mij steekt een meisje haar vinger in de lucht. ‘Juf, ik begrijp er niks van.’ Ik dwing mijzelf rustig te blijven, maar in mijn hoofd…

Het is de derde week van mijn LIO-stage. Na een aantal dagen opstarten neem ik nu de teugels over. Ik geef les, zonder mijn mentrix. Met een rustige uitstraling, maar onrustig vanbinnen sta ik voor groep 3/4. Deze les, en dat geldt eigenlijk voor alle lessen, heeft voor mij als doel dat alle kinderen het begrijpen. Maar als ik eerlijk ben vind ik het pas een geslaagde les als de kinderen alles af hebben. En daarnaast wil ik graag ieder moment van de dag orde in de klas hebben. Alleen, is dat alles niet wat te hoog gegrepen?

Zie ik hun behoeften?

Terwijl ik tijdens de rekenles de klas doorkijk, denk ik na. Alle kinderen die ik op dat moment zie, wil ik alles geven wat ze nodig hebben. Dat verdienen ze, stuk voor stuk. Maar zie ik al hun behoeften wel? Kom ik niet tekort? Ik sta op, en loop nog eens een rondje door de klas. Groep 3 is druk bezig met het splitsen van de getallen 5 en 6, terwijl groep 4 zich buigt over sommen die horen bij een splitsing. Gelukkig is iedereen aan het werk. En voor zover ik kan zien, valt bij iedereen het kwartje zo langzamerhand. Het meisje wat haar vinger opsteekt, help ik met haar sommen. Ik slaak een zucht van verlichting als ze zegt: ‘Volgens mij snap ik het.’ Nu kan ze snel doorwerken en haar werk afmaken.

Net iets extra’s nodig

Ineens hoor ik het weer, gelach uit de klas. Het is Mart. Een jongetje met een vrolijke lach, veel humor en een ster in rekenen. Ik ga op mijn hurken bij hem zitten: ‘Gek he, ineens een andere juf voor de klas.’ Dan vraag ik hem naar zijn werk. Hij is nog niet heel ver gekomen, terwijl ik zeker weet dat hij het wel snapt. ‘Weet je, ik ben heel benieuwd wat jij allemaal snapt’, zeg ik. ‘Straks kom ik weer eens even bij je kijken. Kun je me dan laten zien wat je allemaal al kunt?’ Hij knikt, doet zijn koptelefoon op en gaat hard aan het werk. Mart, een ventje dat net iets extra’s nodig heeft.

Ieder kind wat hij nodig heeft

De dagen erna geef ik Mart soms wat extra aandacht of wat extra stof. Na een aantal dagen merk ik dat Mart rustiger wordt. Hij werkt hard, laat soms merken dat hij iets van mij nodig heeft, maar er is zeker vooruitgang in zijn gedrag. Ook leer ik de rest van de klas beter kennen. En langzamerhand voel ik me meer thuis in deze klas en hoef ik minder diep na te denken over wat nodig is om met hen om te gaan. Ik wordt relaxter. Die lessen, die van mij altijd af moesten om ze als geslaagd te zien, die mogen van mij nu ook voor de helft klaar te zijn. Het gaat om wat we hebben geleerd en hoe we hebben samengewerkt. En dat ieder kind krijgt wat hij nodig heeft. Daar doe ik mijn best voor! Als ik dat lesdoel heb behaald, dan ben ik tevreden.

Goed is immers goed genoeg!

Hennely Gijsenbergh

Over Hennely Gijsenbergh

Hennely is laatstejaars pabostudent aan Driestar hogeschool. Ze is bezig met haar liostage.

Proefstuderen

Wil jij kennismaken met deze opleiding? Meld je aan voor proefstuderen. En ervaar hoe het is om als student een college bij te wonen.

Meer info & aanmelden