'Je bent nooit te oud om te switchen naar het onderwijs'

‘Toen mijn dochter tijdens corona thuis onderwijs moest volgen, hielp ik haar en merkte ik hoeveel voldoening ik kreeg van uitleggen. Ik vroeg mezelf af: Is het onderwijs iets voor mij? Onderwijs is iets totaal anders dan de banen in de commerciële sector die ik hiervoor had. 

'Twijfel je over het onderwijs? Loop eens een dagje mee. Een switch naar een ander vakgebied vraagt om een investering, maar is het waard.'

Om een antwoord te vinden op de vraag of het onderwijs iets voor me is, liep ik een dag mee op een middelbare school. Daar wist ik meteen: dit is de overstap die ik wil maken. De liefde voor de leerling zat er snel in, maar de liefde voor het vak moest groeien. Ik twijfelde tussen wiskunde en Nederlands en koos voor het laatste. Daar heb ik zeker geen spijt van. Nederlands is heel praktisch, je gebruikt het elke dag en ik houd erg van lezen en schrijven.

Stage of werk?

Ik schreef me in voor de studie en solliciteerde op een school. Die school wilde me in dienst nemen als ik drieënhalve dag kwam werken. Dat zag ik niet zitten. Daarom heb ik gekozen om eerst stage te lopen. Dat bevalt me heel goed. Het blijft heel behapbaar omdat ik elke twee weken één dag stageloop. 

Ik kan heel veel uitproberen en heb alle tijd om te leren. Een keer liep een les bijvoorbeeld totaal niet. Ik liep volledig vast in mijn uitleg en was de draad helemaal kwijt. Ik zei eerlijk tegen de leerlingen: ‘Ik ga even zitten en ik kom er zo op terug. Deze les gaat niet helemaal goed.’ Hierna kon ik de les weer hervatten en ging het vervolg eigenlijk heel goed. Ook de leerlingen accepteerden deze pauze, omdat ze weten dat ik lerende ben. Er ligt geen druk op en dat vind ik heel fijn.  

Studie en gezin

De combinatie van studie en gezin vraagt om planning, maar is goed te doen. Als mijn kinderen op school zijn, studeer ik doordeweeks zo’n drie uur per ochtend. Tussendoor hang ik weleens een wasje op of verschoon ik een bed. Het is hooguit in de tentamenweken dat ik nog een middagje extra leer. 

Het nadeel van een stage in plaats van een baan is dat ik mijn opleiding zelf moet betalen. Ik zie het echter als een investering in de toekomst die ik er graag voor over heb. Op termijn heb je dat bedrag zo terugverdiend. 

Leuke les

Geen stagedag is hetzelfde. Ik geniet vooral van het ontwapenende wat leerlingen hebben: ze zijn tussen kind en volwassene in. Ze nemen geen blad voor de mond. Aan het eind van de les kunnen ze zomaar eens naar je toekomen: “Dat was een leuke les, mevrouw.” Die interactie is zo leuk. Ik krijg terug dat ik als docent heel lief ben en veel geduld heb. Dat vind ik belangrijk. 

Leerlingen moeten al zo lang naar school, dus laat het leuk zijn. Ik wil ze dingen leren waar ze hun leven lang wat aan hebben. Pas heb ik ze een sollicitatiebrief laten schrijven voor een baantje als vakantiehulp. Ze moesten uiteindelijk kiezen wie ze zouden aannemen. Het is grappig om te zien dat ze de brief met veel schrijffouten toch laten liggen. Zo ontdekken de leerlingen spelenderwijs het belang van taal en een goede eerste indruk.

Advies aan zij-instromers 

Twijfel je over het onderwijs? Loop eens een dagje mee. Een switch naar een ander vakgebied vraagt om een investering, maar is het waard. Je bent nooit te oud om te switchen. Je hebt echt nog profijt van je opleiding, je mag nog lang genoeg werken tot je pensioen. 

Je neemt levens- en werkervaring mee, dat is echt een voordeel. Als achttienjarige was ik onzeker. Als ik dan een leerling had zien lachen, had ik vast gedacht: lachen ze om mij? Dat heb ik nu totaal niet meer. Je staat verder van de doelgroep af, waardoor ik het idee heb dat ik er automatisch al een beetje boven sta. 

Veel geleerd

In de tijd dat ik aan Driestar hogeschool studeer heb ik al veel geleerd: van orde houden tot het opbouwen van een les. De vakinhoudelijke avonden zijn ontzettend leerzaam. Ook het contact met mijn medestudenten is waardevol. 

Onze klas bestaat uit achtentwintig studenten. Het is een diverse groep van schoolverlaters tot zij-instromers. We zijn allemaal enthousiast voor hetzelfde en dat schept een band. We wisselen ervaringen uit en dat helpt mij heel erg. 

Zo leerde ik van een studiegenoot dat je eerst een beurt kunt geven aan iemand die zijn vinger opsteekt, maar daarna ook nog een beurt kunt geven aan iemand die dit niet doet. Op die manier kun je alle leerlingen actief krijgen. Dat zijn concrete dingen die ik vanuit Gouda meeneem mijn lespraktijk in.’