
Hommage aan Alasdair MacIntyre (1929-2025)
Op 21 mei jl. overleed de Britse filosoof Alasdair MacIntyre. In zijn lange leven hield hij zich bezig met de vraag wat het goede doen inhoudt. MacIntyre is de vader van de moderne deugdethiek. Hij doceerde aan verschillende universiteiten en schreef veel boeken.
Deze bijdrage is geen taxatie van zijn wetenschappelijke erfenis. Wel vraag ik aandacht voor een belangrijk thema uit zijn denken: de waarde van traditie en gemeenschap. Ik zal betogen dat we hierin van hem kunnen leren in de duistere tijden waarin we ons bevinden; ook als orthodoxe christenen in Nederland.
After Virtue
Het overlijdensbericht van MacIntyre raakte me. Op zo’n moment besef je ineens wat iemand voor je heeft betekend. Vooral aan zijn boek After Virtue (vorig jaar in het Nederlands vertaald als Na de deugd) ben ik schatplichtig.
MacIntyre betoogt hierin dat een deugdethiek een alternatief is voor een individueel liberalisme waarbij uiteindelijk alleen je ego telt. Zijn overlijden was voor mij aanleiding om het boek weer eens door te bladeren. Vooral het slot raakte me, door zijn beklemmende actualiteit.
Traditie
MacIntyre benadrukt het belang van tradities. Populair samengevat: als je vandaag iets te zeggen wilt hebben, heb je de stemmen van het voorgeslacht nodig. Daarmee gaat hij in tegen de heersende trend in de moderne Westerse samenleving, met haar nadruk op het individu met diens eigen opvattingen en dito keuzes.
MacIntyre ontkent natuurlijk niet dat mensen zelf keuzes moeten maken. Maar hoe kunnen we dit doen, zo vraagt hij, zonder fundament dat ouder is dan wijzelf? In dit verband benadrukt hij de betekenis van verhalen: ze geven richting en ze helpen bij het maken van keuzes. In de taal van After Virtue: je kunt alleen antwoord geven op de vraag “wat moet ik doen?” als je antwoord hebt op de vraag “waar hoor ik bij?”.
Voor de vorming van je persoon heb je dus de traditie nodig. Dat ontslaat ons overigens niet van zelf nadenken. MacIntyre zou zeggen: de traditie is geen gevangenis, en evenmin een museum.
Levend
Dat laatste is op zichzelf al relevant, ook voor orthodoxe christenen vandaag. Op z’n zachtst gezegd staat de waarde van traditie ook bij ons onder druk. Soms komt dit natuurlijk doordat traditie wél een museum van oudheden, of erger nog: een gevangenis is. Met het klakkeloos herhalen van antwoorden uit het verleden zijn mensen vandaag niet geholpen.
Het is dus volkomen terecht als ze daar geen genoegen mee nemen. Een traditie moet levend zijn, zodat ze een richtinggevend kader biedt waarin mensen leren om betekenis te geven aan de dingen om hen heen, aan relaties en vooral aan hun leven.
Een traditie geeft antwoord op basale vragen: waarom ben ik op aarde, wat is de moeite waard om na te streven en wat juist niet, wat is het doel van mijn leven? Om een beetje besef van traditie te hebben, kunnen we nog veel van MacIntyre leren; traditionalistische én individualistische christenen.
Gemeenschap
Maar hóe blijft die traditie levend? Hiermee kom ik bij een ander kernbegrip uit MacIntyre’s filosofie: het belang van gemeenschappen. De gemeenschap is de bedding waarin de rivier van de traditie stroomt. Het is een plek waar je de waarden en de deugden van de traditie meekrijgt en leert oefenen: wat is echt de moeite waard en hoe krijgt dit gestalte in de praktijk van je leven?
De gemeenschap laat zien dat je het antwoord op die vragen niet alleen hoeft te zoeken. Je hebt anderen om je heen; zowel mensen vandaag als mensen die eerder leefden. Ook dat is belangrijk voor orthodoxe christenen, als de gemeenschap onder druk staat door interne polarisatie.
Wie de christelijke traditie echt de moeite waard vindt, zal zich inzetten voor gemeenschappen waarin christelijke waarden, normen en deugden worden gepraktiseerd en voorgeleefd.
Barbaren
Juist MacIntyre’s pleidooi voor de waarde van gemeenschappen vind ik beklemmend actueel. Op de laatste bladzijden van After Virtue trekt hij een vergelijking tussen de ineenstorting van het Romeinse Rijk en zijn eigen tijd.
Terwijl de barbaren Rome bedreigden, waren er mensen die nieuwe gemeenschappen vormden om een moreel leven te leiden, zodat de beschaving in een tijd van barbarij en duisternis behouden kon blijven. Een belangrijk voorbeeld van zulke gemeenschapsvormen is natuurlijk het klooster. MacIntyre trekt de volgende conclusie: ‘Waar het nu op aankomt, is het scheppen van lokale gemeenschapsvormen waarbinnen beschaving, cultuur en het morele en intellectuele leven kunnen voortbestaan gedurende de nieuwe duistere tijden die reeds zijn aangebroken. Deze keer wachten de barbaren echter niet voor de poorten; ze besturen ons al een hele tijd. Het is ons gebrek aan besef daarvan dat een deel van ons akelig lot vormt.’
Hij schreef dit in het jaar 1981. Ik lees het in een wereld waarin Poetin en Trump de wereld verkavelen door sinistere machtspolitiek; in een samenleving die tot op het bot is gepolariseerd; op de dag dat het kabinet-Schoof is gevallen.
Christelijke scholen
Volgens MacIntyre is het wachten op een nieuwe Benedictus. Iemand die zich inzet voor het ontstaan van plekken van gebed, geleerdheid en arbeid: gemeenschappen die een periode van culturele en sociale duisternis niet alleen kunnen overleven, maar die desondanks tot bloei komen.
Kunnen christelijke scholen vandaag zulke gemeenschappen zijn, in verbinding met gezin, kerk en samenleving? Dat vraagt wel om een versterking van het besef van de waarde van de christelijke traditie.
Een traditie die gedragen wordt door het Woord van God. Een traditie waarin jongeren leren dat ze niet de eerste zijn op deze wereld. Een traditie ook waarin jongeren voorbeelden van leven met God ontvangen, zowel van ons voorgeslacht als hopelijk ook van hun opvoeders vandaag.
Een traditie die ze leert dat er meer is dan de waan van de dag en de digitale wereld van X, Instagram en wat al niet meer. Een traditie waarin het draait om genade in plaats van prestatie, om dienen in plaats van heersen, om het liefhebben van God en de naaste. Een traditie waarin de navolging van Christus praktijk is.
Een traditie die niet de polarisatie voedt, maar de verbinding zoekt. Een traditie als tegenwicht tegen de barbarij, als een veilige haven in een woelende wereld.
Dit alles vraagt om een traditie die geen gevangenis is en ook geen museum. Maar die misschien wel iets heeft van een klooster, al is het dan van protestantse snit. Om te overleven in deze barre tijden.
Vorming christelijke professional
Het lectoraat van Bram Kunz heeft als thema: "Vorming van christelijke professionals in de context van de 21ste eeuw". Vanuit het lectoraat willen we door praktijkgericht onderzoek bijdragen aan de professionele vorming van christelijke leraren.
Lees meer