20 november 2025

Deugden en ondeugden

Door Leen Ruijgrok

Binnen het lectoraat Vorming van christelijk professionals kijken we door de bril van deugdethiek naar professionele vorming. Tegenover deugden staan ondeugden. Over één van deze ondeugden gaat deze blog.

Je bent aan het werk en je vraag je af waar je mee bezig bent. Wat je op dit moment moet doen is voor je gevoel weinig inspirerend. Je moet nog een verslag afmaken, actiepunten verzamelen en uitvoeren, een paar mailtjes beantwoorden. Je kijkt naar buiten, ziet de zon schijnen en denkt terug aan die heerlijke zomervakantie in Italië en die heerlijke pizza’s. O ja, vanavond zou je pizza eten. Waren die nu al in huis of niet? Even appen in de appgroep van het gezin. “Vanavond eten we pizza! Zijn er nog genoeg in de diepvries? Iemand?”

Acedia

De persoon die bovenstaande herkent, zou wel eens last kunnen hebben van acedia. Wat is acedia? Je kunt het vertalen met traagheid, lusteloosheid, lamlendigheid en luiheid. Daarnaast kan het zich ook uiten in rusteloosheid en daarmee het onvermogen om je te concentreren op de taak die voor je ligt. Het is een weerstand tegen het goede. Het begrip is rijk aan betekenissen en daarom moeilijk in één woord te vangen.

Acedia - Toen

Ook de woestijnvaders in de vroegchristelijke kerk hadden last van acedia. Wie zijn deze woestijnvaders? In de vroegchristelijke kerk waren er mensen die de volgende uitspraak van de Heere Jezus letterlijk namen: “Als je volmaakt wilt zijn, verkoop dan alles wat je hebt en geef het aan de armen.” 

Eén van de bekendste was Anthonius. Toen hij 20 jaar oud was, stierven zijn ouders en bracht hij dit gebod in praktijk. Hij vertrok naar de woestijn en leefde als een kluizenaar. Zijn leven is op schrift gesteld door de kerkvader Athanasius. De Athanasius die ook de geloofsbelijdenis van Athanasius geschreven heeft.

De woestijnvaders streden in hun kluis tegen zondige gedachten/boze geesten. Evagrius Pontus stelde een lijst op van deze gedachten/boze geesten. De ene keer noemt hij ze gedachten en de andere keer omschrijft hij ze als “een boze geest” (Evagrius, p. 211). Deze heeft de opdracht “een bepaalde ondeugd in de mens te verwekken en te bevorderen” (Evagrius, p. 211). Later werden dit de leer van acht ondeugden en tenslotte werd de lijst gecomprimeerd tot de zeven hoofdzonden.

Acedia was de “zwaarste van alle boze geesten” (Evagrius, p. 18) en wordt ook wel de middagdemon genoemd. Deze valt de kluizenaar rond tien uur ’s morgens aan en blijft ‘m lastigvallen tot ongeveer 14:00 uur ’s middags. Voor de kluizenaar lijkt het alsof de loop van de zon begint te vertragen en deze uiteindelijk stil komt te staan “waardoor de dag wel vijftig uur lijkt te duren” (Evagrius, p. 18). 

Dan wordt de kluizenaar verleid om uit zijn raam te kijken om te zien hoelang het nog duurt voor het drie uur ’s middags is en of er niet een broeder in de buurt is. Hij stopt met zijn handwerk. Daarna wordt hij verleid om de plaats waar hij woont, zijn levenswijze en zijn werk te haten. 

De kluizenaar wordt boos op zijn medebroeders, die hem niet komen opzoeken en vraagt zich af of er nog wel naastenliefde onder de broeders te vinden is. Hij gaat verlangen “naar andere plaatsen” “waar hij gemakkelijker het benodigde kan vinden en waar hij lichter, maar meer rendabel beroep kan uitoefenen” (Evagrius, p. 19). 

De demon voegt eraan toe dat het behagen van de Heere niet afhankelijk is van de plek waar je bent. Zo probeert de demon de kluizenaar uit zijn cel en bij zijn roeping vandaan te drijven.

Acedia - Nu

Acedia komt vaak ongemerkt aangeslopen. Je aandacht wordt afgeleid van waar je mee bezig bent, zoals in het voorbeeld hierboven. Het kan iets onschuldigs en zelfs nuttig zijn. Je bent bezig met je werk, je gedachten dwalen af en van het één rol je in het ander en de taak die je eigenlijk moet uitvoeren blijft liggen. Studenten spreken soms over studieontwijkend gedrag en als we werken hebben we het over werkontwijkend gedrag. Uiteindelijk zorgt acedia ervoor dat je weerstand voelt tegen de plek waar je bent en de taak die je te doen hebt.

Dit laat zien dat Acedia zich daarom op twee manieren kan uiten. Aan de ene kant door weinig te doen, zodat het lijkt alsof we lui zijn. Aan de andere kant door rusteloosheid. We zijn dan druk bezig en het kan lijken alsof we hard werken, maar uiteindelijk doen we niet wat we zouden moeten doen. In plaats van het gesprek aangaan met die lastige collega, of ouder, worden er mailtjes beantwoord. We wisselen de laatste nieuwtjes met een collega of medestudent uit i.p.v. dat we aan de slag gaan met het belangrijke beleidsdocument of het schrijven van het portofolio.

Acedia – De remedie

Het voorbeeld van de kluizenaar maakt nog meer duidelijk. Wat in eerste instantie onschuldig lijkt, een blik uit het raam, groeit uit tot onvrede en boosheid. Het zaadje van afgeleide aandacht kan zo uitgroeien tot een boom van onvrede. Uiteindelijk drijft acedia ons bij onze studie, ons werk en daarmee onze roeping vandaan.

Als we last hebben van acedia vraagt dit van ons gebed, opdat ons hart gericht wordt op God in Christus en het rust vindt in Hem. Om met Augustinus te spreken: “Ons hart is rusteloos, totdat het rust vindt in U” en “Geef wat U beveelt, en beveel wat U wilt.”  Zodat we ons werk en onze studie getrouw en gewillig uitvoeren tot eer van Hem.

De onderzoeksprojecten van Driestar educatief

Het onderzoekscentrum heeft als centrale thematiek 'Christelijk leraarschap'. De onderzoeksprojecten zijn ondergebracht in vijf themagebieden die ieder een eigen lector als supervisor hebben.

Lees meer