
Het is donderdagmiddag. Ik kijk mijn klaslokaal eens rond. Alle kinderen zijn stil aan het lezen en zelf heb ik ook een boek voor mijn neus, want ik moet natuurlijk het goede voorbeeld geven. De kinderen hebben hard gewerkt!
’s Ochtends zijn we druk bezig geweest met verhoudingstabellen en het rekenen hiermee.
Veel kinderen vonden dit nog best lastig. Na de instructie konden een paar leerlingen al zelfstandig aan de slag, maar een gedeelte van de klas beheerste de lesstof nog niet; voor hen is de verlengde instructie.
Tijdens deze verlengde instructie laat ik een klein groepje leerlingen bij mijn bureau komen. We oefenen dan samen de sommen, zodat ze daarna wel zelfstandig aan de slag kunnen.
Helaas heb ik niet altijd tijd om alle leerlingen aan mijn bureau te helpen. Ik maak dan keuzes welke leerlingen net dat extra zetje nodig hebben en voor welke leerlingen ik iets anders ga bedenken.
Ik denk dat ik dan het wel kan
Tijdens de verlengde instructie merkte ik dat de leerlingen de lesstof beter begonnen te begrijpen. Natuurlijk werd ik daar ontzettend blij van! Toen de les bijna klaar was, zag ik Amin naar de nakijktafel lopen.
De leerlingen mogen hun eigen werk nakijken als ze klaar zijn; zo kunnen ze meteen zien wat ze geleerd hebben en hoe ze de lesstof nu beheersen. Amin was niet aan de instructietafel geweest, dus ik was erg benieuwd hoe hij de les vond.
Normaal gesproken heeft hij best wat moeite met rekenen. Ik liep naar hem toe om even zachtjes aan hem te vragen of het een beetje gelukt was. Zijn reactie op mijn vraag vond ik erg leuk: “Juf, ik vind het nu nog best moeilijk. Maar ik denk dat als ik nog een beetje extra oefen, dat ik het dan wel kan.”
Ik beloofde hem een werkblad mee naar huis te geven zodat hij thuis nog even kon oefenen. Aan het eind van de rekenles vroeg ik of er meer kinderen waren die extra wilden oefenen.
Vingers de lucht in
Want als ze de sommen nu snappen, moeten ze veel oefenen om de sommen voor altijd te onthouden. Tot mijn grote verbazing schoten de vingers de lucht in. Ze waren echt gemotiveerd om dingen te leren en wilden dit zelfs thuis doen.
Wat was ik ontzettend trots op ze. En wat houd ik ongelofelijk veel van deze leerlingen. Ik had, voordat ik de pabo ging doen, niet verwacht dat ik zoveel kon houden van de leerlingen in mijn klas.
Verschillen
En trots op ze, dat ben ik eigenlijk altijd, bedenk ik tijdens het stilleesmoment. Voor mij zitten 19 leerlingen. Alle 19 zijn ze heel verschillend. Dit is iets wat mijn klas, maar eigenlijk ook de school waarop ik werk, typeert.
Ik werk op de Tamarschool in Den Haag. Op deze school zitten leerlingen met allerlei verschillende achtergronden, met soms andere geloven en gebruiken. Leerlingen uit mijn klas zijn afkomstig uit Iran, Duitsland, India, Suriname, Burundi, Eritrea, Kosovo, Italië, Turkije, Bulgarije, Indonesië, Nigeria en natuurlijk Den Haag.
Sommige van deze kinderen gaan elke week twee keer naar de kerk, bij andere gezinnen speelt religie geen rol en er zijn leerlingen die thuis islamitisch opgevoed worden.
Er zijn kinderen van ouders die naar de voedselbank gaan en kinderen van ouders die ’s ochtends nadat ze hun kinderen op school gebracht hebben doorfietsen naar het ministerie.
De verschillen kunnen niet groter zijn. Soms zorgen deze verschillen voor conflicten tussen de leerlingen, maar meestal leren de leerlingen juist veel van elkaar.
De leerlingen snappen heel goed dat deze verschillen juist waardevol zijn en ze snappen nog beter dat iedereen evenveel waard is en dat dit los staat van je kleur of hoeveel geld je thuis hebt. Daar kunnen we als volwassenen soms nog wat van leren!
Mening vormen
Het is wel een uitdaging om op een goede manier met al deze verschillen om te gaan. Hiervoor moet je sterk in je schoenen staan en weten wat je eigen mening en visie is.
Gelukkig heb ik dit op Driestar hogeschool geleerd. Je verbreedt op de hogeschool je eigen kennis over bijvoorbeeld rekenen en aardrijkskunde en hoe je deze vakken op een goede manier kunt geven.
Maar gelukkig is er op Driestar hogeschool ook veel ruimte voor persoonsvorming. Tijdens deze colleges denk je na over jezelf, je verleden maar ook over het christelijk geloof.
Je gaat in gesprek met docenten maar ook met je medestudenten. Hierdoor leer je je mening vormen en verbreed je je eigen visie door de meningen van je medestudenten. Dat heb ik als heel waardevol ervaren.
Tweede studie
Op dit moment zit ik in het vierde jaar van de pabo. Ik ben dus druk bezig met het afstuderen. In de eerste twee jaar heb ik de pabo voltijd gedaan. Dit houdt in dat ik de hele week naar school ging voor colleges. Een aantal weken per jaar liep ik stage.
In het derde jaar ben ik overgestapt naar de deeltijd. Vanaf toen stond ik twee dagen per week voor de klas, op de andere dagen werkte ik aan mijn studie. Ik merkte dat ik graag nog wat verdieping wilde. De pedagogische kant van het onderwijs vond ik ontzettend interessant.
Om deze reden ben ik een tweede studie gaan volgen aan Driestar hogeschool, namelijk de opleiding pedagogiek. Op dit moment zit ik in het tweede jaar. Ik ben nu alvast aan het rondkijken voor mijn eindstage.
Het liefst zou ik deze in de jeugdzorg doen. Ik ervaar de opleiding pedagogiek als een enorm mooie verrijking van mijn kennis. Het helpt me om kinderen met problemen, of liever gezegd uitdagingen, te helpen en ze beter te begrijpen.
Studentenleven
Gelukkig bestaat mijn leven niet alleen uit werken en studeren. Ik woon namelijk in de studentenhuisvesting die naast Driestar hogeschool staat. Ik woon op een enorm gezellige etage.
Mijn huisgenoten zijn echt een beetje als familie gaan voelen. Ik denk dat dit een van de weinige plekken is waar je dit kunt ervaren. Om mijn studententijd compleet te maken ben ik op de studentenvereniging Semper Fidelis gegaan.
Veel van de studenten in de studentenhuisvesting en van Driestar hogeschool zijn ook lid van deze studentenvereniging. Overal waar ik kom ken ik dus studenten en kan ik met hen een praatje maken.
Soms lijkt het wel alsof de hele flat één grote familie is, iedereen leeft met elkaar mee. We hebben het vaak gezellig met elkaar, maar er is ook zeker tijd voor goede gesprekken.
We zijn allemaal jongeren en aan het ontdekken wie we zijn en waar we voor staan. Hoe mooi is het om dit samen met medestudenten uit te zoeken. Ja, op Driestar hogeschool, in de studentenhuisvesting en op de studentenvereniging voel ik me echt thuis!
De timer op het digibord gaat af. De twintig minuten stillezen zijn voorbij. Het is tijd om te gaan bespreken wie het allerleukste boek gelezen heeft.
Studeren én wonen in Gouda
Onze studentenhuisvesting biedt woonruimte aan 120 studenten.
Bekijk de studentenhuisvesting